Een gesprek tussen founder Dorien en haar mama Ann. Over ondernemen en mama zijn, Disney-films en balans. En uiteraard lees je tussen de lijnen door heel wat goedbedoeld advies, zoals alleen mama’s dat kunnen geven.

Voor wie jou alleen kent als mijn geweldige mama, vertel eens iets over jezelf? 

Ik ben Ann Dens, maar velen kennen mij als Ann Camps. Ik gebruik vaak de naam van mijn man omdat dat ook de naam is van onze interieurzaak. Ook wanneer ik winkel – ik shop graag bij andere ondernemers in en rond Diest of bij klanten – gebruik ik de naam ‘Camps’. Moet ik ook mijn leeftijd verklappen?

Niets moet. Bij Bossy doet je leeftijd er niet zo toe, het draait om het verhaal. 

Oké! (lacht) Waar was ik? Ik kom uit een familie van zelfstandigen. Zowel mijn grootouders, ouders als schoonouders hadden een eigen zaak. Toch kregen mijn broer en ik van mijn mama het advies om voor een huis met een voordeur te gaan. (lacht) Daarmee bedoelde ze dus: geen eigen zaak. Zij was het oudste meisje in een gezin van veertien kinderen. Haar ouders hadden twee zaken: een bakkerij en een klompenmakerij. Op jonge leeftijd bleef ze thuis van school om haar ouders te helpen. Niet lang nadat ze trouwde, startte ze met mijn papa een wasserij op. Toen mijn papa rond zijn veertigste overleed, stond ze er alleen voor. Ze heeft daarna jaren aan een stuk dag en nacht gewerkt. Ik begrijp heel goed dat ze wilde dat wij het beter hadden.

“Ik vond het belangrijk dat we boven de zaak bleven wonen, zodat ik altijd in de buurt was als jij en je broer thuis waren.”

Initieel heb je haar raad opgevolgd en ben je in het onderwijs gestapt.

Klopt, ik ben enkele jaren ‘juf Ann’ geweest. Ik stond in een klein schooltje met twintig kindjes tussen de tweeënhalf en vijf. Dat was nog in de tijd dat er geen internet was, laat staan een smartphone. Vaak stond ik er helemaal alleen, wat nu echt als onverantwoord bestempeld wordt. Ondanks de intensiteit van de job, vond ik het heel fijn. Toch werd het me hoe langer hoe meer duidelijk dat ik zelfstandig wilde worden. Na tien jaar als kleuterleidster heb ik een jaar verlof zonder wedde opgenomen om uit te zoeken of ik mee in de interieurzaak van mijn schoonouders zou kunnen stappen. Je papa werkte toen al voor hen. 

Had je iets met interieur, of was het vooral de drang naar een eigen zaak die ervoor zorgde dat je de stap zette?

De interesse voor interieur, design en inrichting heb ik meegekregen van thuis. Ik vond het fijn dat ik van mijn schoonouders de kans kreeg om mee in de zaak te stappen. Mijn man en ik namen de zaak over in 1991, maar het duurde veel langer voor ik het gevoel had dat de zaak echt van ons was. Niet onlogisch, denk ik, wanneer je een familiezaak overneemt. 

Hoe lukte het om dat te combineren met het moederschap? 

Toen ik nog leerkracht was, waren jullie nog klein. Ik zette je af bij de grootouders en nam je broer mee naar school. ‘Samen uit, samen thuis’ was echt van toepassing. Eens ik in de zaak werkte, was ik gebonden aan de openingsuren. Ik vond het belangrijk dat we boven de zaak bleven wonen, zodat ik altijd in de buurt was als jij en je broer thuis waren. Als jullie van school thuiskwamen stond ik erop om ook even een pauze te nemen zodat ik naar jullie verhalen kon luisteren.

Benieuwd naar het volledige interview? Bestel dan nu Bossy’s Mommy Issue!

Beeld: Irmy Coeckelbergs