Ze noemt zichzelf een ‘sustainable and fair clothing warrior’ en blogt al twee jaar over duurzame mode, bewust shoppen en alles wat daarbij komt kijken. Bossy had het met Eline Reynders over het hoe, wat en waarom van slow fashion.
Je bent gebeten door alles wat met duurzame mode te maken heeft. Waar komt die interesse vandaan?
Ik ben al jaar en dag geïnteresseerd in mooie kleding. Ik heb het dan niet alleen over het esthetische aspect, maar ook over de ethische en eco-vriendelijke kant van het verhaal. Die laatste twee kwamen twee jaar geleden pas écht volledig tot uiting. Ik lag toen in de knoop met de wegwerpmaatschappij en de oppervlakkigheid op sociale media.
De druppel die mijn emmer deed overlopen was de documentaire ‘The True Cost’, die je op Netflix kan bekijken. Daarin belicht Andrew Morgan de afschuwelijke waarheid achter de kledingindustrie. Ik was allesbehalve akkoord met de beelden die ik te zien kreeg. Ik moest en zou er dan ook mijn missie van maken om fast fashion uit mijn leven te bannen en iedereen – op een zo positief mogelijke manier – mee te nemen in dat verhaal. Er bestaat vandaag nog erg veel onduidelijkheid over. De mainstream modemerken zijn bijvoorbeeld helemaal niet zo transparant als ze horen te zijn. Dat hoop ik een beetje mee uit de wereld te helpen.
In welke zin ziet jouw kledingkast er anders uit dan voor je aan je ‘slow fashion zoektocht’ begon?
Ik moet toegeven dat ik eigenlijk nooit echt een koopverslaafde ben geweest. Ook voor mijn grote switch naar duurzame kleding kocht ik al vrij bewust en waren impulsaankopen eerder de uitzondering dan de regel. Toch is de hoeveelheid kleding de laatste twee jaar aanzienlijk afgenomen. Bij een vorige verhuis deed ik een grote closet sale. Alles wat daarvan overbleef, doneerde ik aan een goed doel en de plaatselijke Kringwinkel. Verder zijn ook de merken die in mijn kast hangen veranderd. Nieuwe items zijn stuk voor stuk van Belgische of Europese labels die mens en milieu hoog in het vaandel dragen. Wat niet veranderde, is mijn kledingstijl. Ik hou nog steeds van sobere kleuren, oversized snits en een tikkeltje nonchalance.
Waarom zou iedereen volgens jou meer bewuste keuzes moeten maken als het over kleding gaat?
Daarover zou ik een boek kunnen schrijven, vrees ik. (lacht) De impact van de kleding die we dragen is groot en dat wéét de gemiddelde consument gewoon niet. In de eerste plaats mag iedereen dus weten dat de textielindustrie, na olie, de meest vervuilende industrie ter wereld is. We beschouwen kleding vandaag als een consumptiegoed en zo blijft de wegwerpcultuur jaar na jaar groeien. De moeilijkste opdracht? Ons distantiëren van de wegwerpcultuur die in de mode-industrie heerst. Heel concreet betekent dit: jezelf niet voortdurend laten leiden door trends die tegen honderd per uur voorbijrazen, meer waarde aan je kleding hechten … Onlangs kwam ik via een lezing van duurzaamheidsexperte Bie Noé te weten dat de kleding die bij de mainstream modemerken te verkrijgen is, gemaakt wordt om maximum twintig wasbeurten te overleven. Door kleding te kopen bij fast fashion merken, maak je geen kwalitatieve maar een kwantitatieve keuze.
Wanneer je dus bij duurzame labels shopt, zorg je meteen ook voor de democratisering van de mode. Je steunt dan enkel de merken die hun werknemers goede werkomstandigheden en een eerlijk loon geven. En natuurlijk vaart ook het milieu erbij wanneer je kiest voor kwalitatieve stuks, die lang meegaan en gemaakt werden onder ecologisch verantwoorde omstandigheden.
“Het is absoluut niet de bedoeling om de inhoud van je kledingkast over de boeg te zwieren en helemaal opnieuw te beginnen. Dat zou zelfs allesbehalve duurzaam zijn.”
Het idee om plots alles de deur uit te gooien en te vervangen door duurzame alternatieven schrikt sommigen af. Maar het hoeft niet per se zo drastisch te gaan?
Klopt! Het is absoluut niet de bedoeling om de inhoud van je kledingkast over de boeg te zwieren en helemaal opnieuw te beginnen. Dat zou zelfs allesbehalve duurzaam zijn. Ik geef graag het voorbeeld van mijn eigen garderobe. De inhoud daarvan is vandaag bijvoorbeeld ook niet honderd procent eco- en mensvriendelijk en daar is een logische verklaring voor. Heel wat items dateren uit de tijd dat ik me wél nog liet verleiden door winkels als COS, Zara en &Other Stories. Door die fast fashion stuks zo lang mogelijk te dragen, tot ze tot op de draad versleten zijn, ga je ook duurzaam en bewust met je garderobe om.
Waar shop jij momenteel het allerliefst?
Héél erg veel shop ik niet, al vertoef ik wel geregeld op webshops om de collecties en duurzame ontwikkelingen in de gaten te houden. Dit jaar vond ik mijn gading vooral bij merken als Armed Angels, Mila Vert, Thinking Mu en FAM the label. Daarnaast blijven Supergoods en Harvest Club mijn favoriete winkeladresjes in eigen land. Ze verzamelen elk een unieke selectie eco-vriendelijke en ethisch verantwoorde merken en hebben een prachtig team dat je met plezier begeleidt in je keuze.
Welke drie tips kan je meegeven aan Bossy-lezers die in 2020 graag bewuster met hun garderobe willen omgaan?
Als eerste: maak voor jezelf uit wat het belangrijkst is. De één wil uitsluitend vegan kleding kopen, de ander vindt de klimaatimpact doorslaggevend en nog iemand anders vindt goede arbeidsomstandigheden en eerlijke verloning een noodzaak. Zelf focus ik me vooral op die laatste twee. Zodra je voor jezelf een soort framework hebt bepaald, is het ook makkelijker om gericht keuzes te maken en labels te leren kennen die matchen met jouw waarden.
Een tip die ik áltijd deel, zeker voor zij die gevoelig zijn aan promoties: schrijf je uit op nieuwsbrieven van merken die je triggeren tot een aankoop. Niet enkel je portemonnee vaart hierbij, ook mentaal zorgt dit voor meer rust.
En organiseer eens een closet sale of verkoop de kledingstuks die je écht niet meer draagt online. Met de opbrengst kan je meteen je eerste duurzame stuk(s) kopen. Win-win!
Volg Elines slow fashion zoektocht via Instagram.
Beeld: Kim Nijs