Langetermijnplannen en Exceldocumenten lijken niet meteen thuis te horen op de to-dolijst van een kunstenaar. En toch zijn ook kunstenaars ondernemers, mét een boekhouding om bij te houden. Hoe bewaren zij de balans tussen ondernemen en creëren? We vroegen het cartoonist Laura Janssens, auteur Sien Volders en vormgever Axel Decaluwé. 

Hoe ziet jullie werkweek eruit? Is dat heel gestructureerd, of volgen jullie de inspiratie? 

Laura: “Wanneer ik een geniaal idee heb voor een strip, wil ik dat altijd zo snel mogelijk uitwerken. Hierdoor zit ik op de meest rare uren van de dag aan mijn tekentafel. Omdat mijn vriend, met wie ik samenwoon, wel een gewoon werkschema volgt, probeer ik mezelf af en toe te temperen. Zo kunnen we in het weekend samen iets leuks doen. Gelukkig maar, anders zou ik altijd aan het tekenen zijn.” (lacht) 

Axel: “Ik ben ook vaak bezig in het atelier tot mijn vriendin komt zeggen dat het écht genoeg is geweest voor vandaag.” 

Sien: “Bij mij zijn het vooral mijn kinderen die mij dwingen tot een min of meer normaal ritme. Mijn to do’s probeer ik af te vinken wanneer het huis leeg is. Dat komt in het beste geval neer op een werkdag van zeven uur. Nadat ik afgestudeerd was, heb ik zes jaar op een kantoor gewerkt. Dat bracht structuur en helderheid. Er zijn momenten waarop je werkt, en momenten waarop je helemaal vrij bent. Dat was toen een verfrissend en nieuw gevoel. Zolang je studeert, ken je dat niet: er is altijd wel iets wat nog gedaan moet worden. Dat zag ik ook bij vrienden die als zelfstandige werkten.” 

Axel: “Dat herken ik. Momenteel combineer ik werken met studeren én zelfstandig zijn. Die laatste twee vloeien gelukkig in elkaar over. Zo goed als alles wat ik maak voor mezelf kan ik integreren in mijn opleiding. Het werken ernaast, bij de Wasbar in Gent, zorgt er wel voor dat het soms wat puzzelen is om genoeg in het atelier te geraken.”

Axel Decaluwe_Bossy
© ATELIER MIN EEN

“Ik probeer altijd zo vroeg mogelijk in het atelier te zijn. De namiddag en avond heb ik dan volledig voor mezelf om me echt te laten gaan in het zeefdrukken.”

– Axel

Houden jullie vast aan bepaalde werkroutines? 

Axel: “Ik probeer altijd zo vroeg mogelijk in het atelier te zijn. Dan kan ik de voormiddag besteden aan de minder leuke zaken zoals e-mails checken, betalingen uitvoeren en websites afschuimen. De namiddag en avond heb ik dan volledig voor mezelf om me echt te laten gaan in het zeefdrukken.” 

Sien: “Ik probeer elke dag georganiseerd te beginnen. Naast mijn computer ligt steeds een plan voor de dag: een saai lijstje met te plegen telefoons, mails, opzoekwerk en kapen die die dag gehaald moeten worden. Als dat lukt, kan ik ze doorstrepen, hoewel ik zelden het einde van het lijstje haal. Ik blijf mezelf overschatten. (lacht) Bij mijn eerste boek had ik dit soort structuur nog niet. Ik schreef in happen en brokken, op momenten dat het kon. Soms was dat op schrijfweekends in volstrekte concentratie, soms was dat ’s avonds, wanneer de kinderen sliepen. Deze keer probeer ik het wat meer programmatisch aan te pakken, met wisselend succes.” 

Laura: “Ik had vroeger ook moeite met het indelen van mijn tijd. Vaak slenterde ik te lang rond in pyjama en begon ik pas rond 14.00 uur in de namiddag écht te werken en dan ben je natuurlijk bezig tot 22.00 uur. Om dit tegen te gaan, beschouw ik mijn werkdag sinds kort als een gewone werkdag op kantoor: ik sta op, kleed me netjes aan alsof ik collega’s onder ogen zou komen en ontbijt. Op die manier voel ik me tegen 09.00 uur klaar om te werken, wat een mooi verschil is met vroeger.” 

Wil je het volledige interview lezen? Bestel hier Bossy’s Planning Issue.