Durf jij hardop te zeggen waar je van droomt? Marion Debruyne is de eerste vrouwelijke decaan van Vlerick Business School, Katleen De Stobbeleir is professor aan Vlerick Business School en KU Leuven. Samen schreven ze ‘Making your way’, een boek over vijftien mythes die je tegenkomt op de (hobbelige) weg naar succes en geluk in leven en werk. En wij mogen enkele exemplaren weggeven!

Marion, Katleen, waarom zijn jullie de perfecte schrijvers voor een boek over mythes op en naast de werkvloer?

Katleen: Net omdat we niet perfect zijn?! (lacht) We leven in een maatschappij die constant in verandering is, en toch lopen heel wat mensen rond met dezelfde beperkende gedachten op vlak van succes en geluk als pakweg vijfentwintig jaar geleden. Hoewel onze manier van werken en leven intussen erg veranderde, houden velen nog vast aan een verroeste visualisatie van hoe een carrière er zou moeten uitzien. Jammer genoeg vaak ten koste van hun eigen geluk. Dat merk ik zowel bij mijn studenten als mentees. Dat was voor mij een van de redenen om dit boek te schrijven. Ik wilde tonen dat het anders kan door enkele wijdverspreide mythes te doorpikken. Dit op basis van eigen ervaringen, gestaafd door onderzoek.

Marion: Als decaan van een businessschool heb ik het genoegen studenten te mogen toespreken tijdens belangrijke momenten. Naar aanloop van die momenten denk ik steeds na over wat ik de studenten wil meegeven. Of beter: wat ik zelf had willen weten toen ik aan de start van mijn carrière stond. Dankzij dit boek delen we onze adviezen en ervaringen niet alleen met onze leerlingen, maar ook met andere studenten aan de vooravond van hun carrière, of met doorwinterde leiders op zoek naar nieuwe inzichten.

Laat beperkende gedachten op vlak van succes en geluk los.

Onderzoek wijst uit dat de balans tussen werk en leven voor iedereen anders is. Jullie verwijzen in het boek naar het onderzoek van Ellen Kossek, dat vijf verschillende stijlen onderscheidt waarmee mensen de grenzen tussen werk en vrije tijd bewaken. Hoe zit dat bij jullie en wanneer vonden jullie de tijd om dit boek te schrijven?

Marion: Ik ben een echte integrator, iemand die het niet erg vindt dat werk en privé in elkaar overlopen. Die manier van werken, en leven, maakte het voor mij mogelijk om dit boek te schrijven. Dat deed ik namelijk steeds op zondag. Het voelde niet aan als werken, ik vond het zalig!

Katleen: Mij mag je ook tot die groep van integrators rekenen. Ik vind het helemaal niet erg om in het weekend te werken. Om dit boek te schrijven koos ik echter een vaste dag uit in de week. De focus die ik hiervoor nodig had, kon ik thuis moeilijk vinden.

Het boek bestaat uit vijftien mythes, onderverdeeld in drie categorieën: live, learn, leap. Een knipoog naar het Vlerick-credo?

Marion: Klopt. (lacht) Live your dream, learn continuously and leap with confidence is niet alleen het credo van Vlerick, het zijn ook de onderliggende boodschappen van dit boek. We willen de lezer meegeven dat het ontzettend belangrijk is om je dromen na te jagen, dat het oké is om te struikelen, maar dat je er hoe dan ook voor moet gaan, ook al ben je nog niet 100% zeker.

Katleen: In elk hoofdstuk maken we, zo gebald mogelijk, ons punt. Door er onderzoek aan toe te voegen, is het boek heel compleet. Onze eigen ervaringen en het vleugje humor zorgen voor een zekere lichtheid. Dat het boek net lang genoeg was, merkte ik op het einde. Toen ik aan het laatste hoofdstuk bezig was, kreeg ik namelijk een idee voor een volgend boek.

“Door te denken wat je je strategisch netwerk kan bieden in plaats van wat je ervan kan krijgen, gaat netwerken veel natuurlijker aanvoelen.” – Katleen

Mythe 9 luidt: een carrière maak je zelf. Wat zijn jullie belangrijkste netwerklessen tot nu toe?

Katleen: In het boek delen we de quote van Steve Maraboli: ‘Als je omgaat met kippen, zal je kakelen. Als je omgaat met arenden, zal je vliegen.’ Met wie je omgaat, speelt dus een belangrijke rol. Daarom adviseer ik steeds om je netwerk zo divers mogelijk te maken. Kliekjes zijn immers disfunctioneel. Hoe het dan wel moet? Wel, in het boek delen we de wijze raad van Herminia Ibarra en Mark Hunter. Zij raden aan om drie soorten netwerken te creëren: een functioneel netwerk, een netwerk gericht op je ontwikkeling en een strategisch netwerk. In het eerste netwerk zitten de mensen die je helpen om je werk uit te voeren, in het tweede mensen die je helpen met je persoonlijke groei en ontplooiing. Het derde netwerk voelt vaak wat nep aan, omdat het gericht is op het bereiken van langetermijndoelen die vaak buiten je eigen controle liggen. Maar door te denken wat je je strategisch netwerk kan bieden in plaats van wat je ervan kan krijgen, gaat netwerken veel natuurlijker aanvoelen.

Maak je netwerk zo drivers mogelijk.

Zijn er mythes waar jullie zelf in geloofden?

Marion: Absoluut! Aan het begin van mijn carrière was mijn mantra: ‘Fake it till you make it.’ Ik was ervan overtuigd dat ik, als ik het wilde maken, moest doen alsof ik alles al wist. Nu kan je zeggen: het heeft gewerkt, maar ik had mezelf veel stress bespaard had ik dat mantra sneller over boord gegooid. Bovendien heb ik me hierdoor veel leeropportuniteiten ontnomen. Onderzoek wijst immers uit dat iemand je als competenter percipieert wanneer je vragen durft te stellen. Daar ben ik me de laatste jaren bewuster van geworden. Nu leef ik volgens het mantra: ‘Become your best self’.

Katleen: Ik geloofde lange tijd dat succes het gevolg was van een of ander talent, want ja, iedereen werkt hard. Tijdens mijn doctoraat kreeg ik de kans om een jaar naar de VS te gaan. Daar kon ik werken met Sue Ashford, een topprofessor in mijn vakgebied. Voor mij was zij een superwoman, een natuurtalent. Toen ik haar ontmoette, besefte ik dat ze niet het onbereikbare, bovenaardse talent bezat, maar gewoon heel hard werkte. Dat was een echte eyeopener.

Lannoo_MakingYourWay_BjornComhaire_006

“Je wordt geen betere leider, moeder, werknemer of vriendin door langs de zijlijn toe te kijken en te wachten tot je er ooit klaar voor zal zijn.” – Marion

Heb jij ook een mantra, Katleen?

Katleen: ‘Durf te dromen.’ Ik leerde uit het schrijven van dit boek dat dromen mobiliseren. Ik heb die drang om te dromen altijd wel in mij gehad, maar liet mezelf niet altijd toe om dat ook te doen. Het was enerzijds mijn droom om ooit een boek te schrijven en anderzijds om een marathon te lopen. Beide dromen heb ik quasi tegelijkertijd verwezenlijkt. Die ervaringen hebben mij doen inzien dat je je dromen niet mag onderdrukken. Als je luidop durft te dromen, mobiliseer je immers ook de mensen rondom jou.

Op de backcover staat het ook: grote dromen stuwen vooruit, maar de weg is vaak hobbelig. Is dat pad even hobbelig voor vrouwen als mannen?

Marion: Net zoals mannelijke auteurs niet alleen voor mannen schrijven, richten wij ons niet alleen tot vrouwen. Dat het boek zowel mannen als vrouwen aanspreekt, blijkt uit de vele positieve reacties die we reeds mochten ontvangen. De mythes zijn genderneutraal, al gaan we duidelijk aantoonbare verschillen ook niet uit de weg. Zo blijkt uit onderzoek dat vrouwen de sprong – in welk onbekende dan ook – pas wagen wanneer ze alle competenties in huis hebben. Mannen daarentegen zijn al tevreden wanneer ze 60% van de gevraagde skills bezitten. Onze boodschap luidt: get in the arena, ook al voel je jezelf nog niet helemaal klaar. Je wordt geen betere leider, moeder, werknemer of vriendin door langs de zijlijn toe te kijken en te wachten tot je er ooit klaar voor zal zijn.

Win!
Zin om de vijftien mythes te ontdekken en te werken aan je eigen weg? Bestel hier
het boek. Wil je een exemplaar winnen? Wij mogen drie exemplaren weggeven. Deel een screenshot van dit artikel via Instagram Stories en tag @wearebossy, 23/11 maken we de winnaar bekend! 

Beeld: Bjorn Comhaire

Get in the arena, ook al voel je jezelf nog niet helemaal klaar.