Hoe langer je een taak uitstelt, hoe groter de mentale berg lijkt te worden. Telkens de klus opduikt in je hoofd, groeit je zelfverachting omdat je ze wéér niet uitvoerde. Uitstelgedrag zorgt ervoor dat de berg uiteindelijk reusachtig wordt, net als het gevoel van schaamte. Hoe komt dat toch? En vooral: hoe geraak je er eindelijk van af?

Mentale balast

Je brein houdt niet van losse eindjes. Iets dat nog moet gebeuren blijft dus in je hoofd opduiken. Helaas op de meest vervelende momenten. Elke keer parkeer je de taak omdat het op dat moment niet past, of omdat je niet goed weet wat je precies moet doen. Gevolg: het ongemak groeit. De zelfverwijten nemen toe. Allerlei gedachten à la ‘Ik kan dit niet’ en ‘Ik ben de vreselijkste uitsteller die ooit op deze aardbol ronddwaalde’ vormen zich. Die gedachten maken je moedeloos. De ballast die rond een taak hangt, hangt dus samen met een cluster van gedachten en emoties. Al die minder prettige gedachten zorgen ervoor dat je de taak ver wegduwt, uit je bewustzijn. Oftewel: je doet aan uitstelgedrag.

Zo blijft het mentale molentje natuurlijk draaien. Waarom los je het niet gewoon op? E.n woord: ambivalentie. Je wil het, maar je wil het ook niet. Je hoopt bijvoorbeeld een taak uit te voeren omdat je ervan af zou zijn en tegelijk ga je niet akkoord dat de klus in jouw schoenen geschoven werd. Je weet welke richting je uit wil met een project, maar je weet dat je medewerker er anders over denkt en blijft die confrontatie uitstellen. Je zou die offerte kunnen uitsturen, maar diep vanbinnen wil je niet meer met dat bedrijf samenwerken. Of je hebt wel zin in de inkomsten, maar geen zin in de workload die de aanvaarde offerte zou opleveren. Ambivalentie, dus. En daardoor blijf je watertrappelen. Want als het onbetwist en duidelijk is wat er moet gebeuren, dan gaat de uitvoering als vanzelf.

Eens het achter de rug is, voel je je meteen zo licht als een wolkje dat zorgeloos door de lucht dobbert.

Haasje-over

Je blind staren op de taak die voor je ligt of boos zijn op jezelf, helpt je niet verder. Daardoor krijg je geen inzicht in waar het schoentje eigenlijk knelt. Het helpt wel om haasje-over te spelen met de taak. Beeld je in dat dat moeilijke gesprek of die vooruitgeschoven e-mail achter de rug is en je bent blij met hoe het nu is. Oef! Kan je je de situatie levendig inbeelden? Goed! Je kan eruit afleiden wat jouw criteria voor een goede afloop zijn. Op basis daarvan kan je terugrekenen naar hoe je dat resultaat kan bekomen. Zoals de Engelstaligen zo mooi zeggen: reverse engineer je resultaat met een stappenplan. Kan je je echter geen goede afloop inbeelden? Zie je bijvoorbeeld een nog grotere berg voor je opduiken, of gaat het uitvoeren van die taak in tegen je waarden van hoe je zaken wil doen? Ook dat is heel waardevolle informatie. Dat kan betekenen dat de taak zoals je die voor ogen had, niet klopt. Dan ga je best op onderzoek uit: moet dit überhaupt gebeuren? Moet ik dit wel doen?

Benieuwd naar meer inzichten over uitstelgedrag? Lees het volledige artikel in Bossy’s Let it go Issue.

Beeld: Karolina Grabowska via Pexels