De column van coach V. wordt in Bossy Magazine van voor naar achter gelezen. Omdat vele lezersvragen accuraat blijven, halen we ze hier nog eens boven. Wil je weten hoe je best reageert op onrealistische verwachtingen? Dan kan jij je misschien herkennen in de vraag van Inge.

De vraag van Inge:

In mijn werk als projectleider zijn de verwachtingen hoog. De grenzen vervagen: steeds bereikbaar zijn, meteen aan de slag gaan met een binnenkomende vraag… Ik ben op 40-jarige leeftijd mama geworden en daardoor heb ik op werkvlak verwachtingen gecreëerd die ik, sinds mijn zoon er is, moeilijk kan loslaten of inlossen. Hoe ga ik als ondernemende vrouw en mama om met onrealistische verwachtingen?

— Inge Vancanneyt

V’s antwoord:

Two to tango

Je opdrachtgever en jij dansen samen een tango. Jullie dansen zoals jullie altijd al gedanst hebben – zo zijn jullie het gewoon. Je danspartner blijft bewegen zoals voorheen – voor hem is er niets veranderd. Jij kreeg een kind, je kan en wil dit ritme eigenlijk niet meer aanhouden. Alleen… Jij blijft meedansen met de ander. Misschien weet je niet beter? De muziek speelt maar door en het tempo is hoog, je raakt er niet uit. Met andere woorden: dit overkomt jou en je voelt je machteloos. De andere partij heeft geen enkel verlangen om jullie werkverhouding aan te passen. Voor je danspartner werkt het goed zo. Als je het anders wil, zal jij dus moeten veranderen. Het is aan jou om na te gaan wat je wil. Om te bepalen wat jouw grenzen zijn, wat er voor jou niet (meer) kan. Op dit moment laat je het jou overkomen. Dit is geen beschuldiging, wel een empowering statement. Een deel hiervan heb je zelf in handen want dansen doe je met twee.

Niet op tafel kloppen

Als ik dat allemaal zeg, slaat de angst misschien toe. Hoe ga je dit aankaarten? Mogelijks heb je schrik dat ze je op straat zetten. Ten eerste: je bent projectleider. Dat betekent: vreselijk lastig om te vervangen. Geloof me: ze krijgen liever 90% van wat ze nu krijgen, dan op zoek te gaan naar iemand nieuw die zich moet inwerken. Stel dat ze écht niet akkoord gaan, dan lijkt jouw hamvraag niet: “Willen ze mij nog?”, maar wel: “Wil ik nog met zo’n bedrijf samenwerken?” Ten tweede: je hoeft niet genadeloos op tafel te kloppen. Er zijn kleine grenzen, geef ze subtiel aan. Zo werk je, beetje bij beetje, naar een nieuwe dans toe. Komt er een dringende telefoon in het weekend? Doe dan – net als voorheen – het nodige om je projectcollega’s te depanneren. Plan in de week erop een meeting met als topic “communicatieflows: hoe te zorgen dat iedereen op tijd over de nodige info beschikt”. Lees: “Hoe zorgen we ervoor dat we elkaar niet meer lastminute moeten lastigvallen?” Zo kan je voetje voor voetje een ander samenspel aanleren.

Olievlekeffect

Dringende vragen kunnen eens voorvallen, maar mogen niet de standaard zijn. Als dat wel zo is, is er werk aan de winkel. Jouw werk, om precies te zijn. Als projectleider heb je het mandaat en de verantwoordelijkheid om dit topic aan te pakken – voor jezelf én voor anderen. Het werk dat je op dit vlak doet, kent een olievlekeffect. Jij en je gezondheid worden er beter van. Maar ook je zoon, je partner, je projectmedewerkers, én ja, het bedrijf waarvoor je werkt ook. Inzetten op gezonde grenzen is geen kwestie van egoïstisch zijn. Het is kwestie van het opbouwen van een duurzame samenwerking. Voor alle betrokken partijen. Lekker lang samen dansen

– Coach V.

 

Beeld: Jason Goodman via Unsplash